Wat heeft iemand over om zijn eigen hachje te redden? Veel, zo blijkt keer op keer in film. In die Fälscher gaat het om overleven in concentratiekamp Sachsenhausen. Een groep begaafde Joden werd hier gedwongen om Engels en Amerikaans geld te vervalsen, om de oorlogseconomieën van die landen te ondermijnen. Een moreel dilemma waar de gevangenen mee worstelen maar tegelijk ook niet. Voor de een is de keuze om mee te werken aan wat uiteindelijk de grootste valsemuntersoperatie ooit bleek, makkelijker dan de andere. Meestervervalser Salomon Sorowitsch is de leider van het clubje en ziet dit als gewoon een nieuwe klus. Ook de anderen doen mee(op een na). Wat is het alternatief?
Door de eigenzinnige cameravoering en montage met schoudercamera’s en jump cuts weet regisseur Stefan Ruzowitzky veel dynamiek in zijn film te stoppen. Hij combineert dat met een spannend verhaal en krachtige individuele scenes, waardoor ik me soms afvraag of ik naar een oorlogsfilm kijk of een thriller. Het is een knappe film die uiteindelijk toch niet helemaal geslaagd is door het rommelige begin (waarin het allemaal wel erg snel gaat), de slecht getimede en ongeloofwaardige dialogen en de slordige terloopse manier waarop het vervalserswerk wordt getoond. Daardoor krijg ik nooit een idee waar het nou echt om gaat hier.