Het derde Camera Japan-festival geeft een goede indruk van de culturele ontwikkelingen in Japan. Ook deze keer vormde film de hoofdmoot van het programma. Daarnaast kwamen ook dans, muziek, kunst, architectuur en literatuur aan bod. De exposities in museum Boijmans van Beuningen en galerie Roodkapje lopen nog, en er volgen nog een architectuurlezing en workshops. Er volgt nog een tour met een selectie van het filmprogramma door Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Maastricht, Leiden, Breda, Dordrecht en Brussel.
Contrast gecorrigeerd
Wings of Defeat
Risa Morimoto, 2007
De documentaire Wings of Defeat belicht een van de meest notoire en minst begrepen aspecten van de Tweede Wereldoorlog: de Japanse kamikazepiloten (ook wel tokkotai). In Westerse publicaties tijdens en na de oorlog werden ze meestal afgeschilderd als bloeddorstige fanaten die zich met veel overtuiging opofferden voor het vaderland. Deze film tracht dat beeld te weerleggen. Niet door met excuses te komen of om begrip te vragen, maar door met overlevende piloten te praten en hun daden in een context te plaatsen. Overlevenden? Het blijkt dat vele piloten hun missie overleefd hebben, of nooit zijn toegekomen aan die ene fatale vlucht. Regisseuse Morimoto, zelf van Japanse afkomst maar opgegroeid in de VS, interviewt enkele van deze ‘gelukkigen’ en vraagt naar hun ervaringen. Ook praat ze met Amerikaanse overlevenden van een kamikaze-aanval op de USS Drexler, die zestig jaar later nog met angst maar ook begrip terugkijken op die gebeurtenis. Daarnaast interviewt ze historici, familieleden, en andere direct of indirect betrokkenen. Volgens de film zijn de kamikazes het product van een wanhoopsoffensief van de Japanse keizer en diens regering, die ondanks een enorm tekort aan mensen en middelen en een dramatisch verlies aan terrein en manschappen niet op wilden geven. Vele werden tegen hun wil opgeroepen, vaak op het laatste moment en zonder de juiste training.
Morimoto voegt een persoonlijke noot toe aan het verhaal, omdat ze er tijdens research achter kwam dat ook haar oom als 16-jarige als kamikaze was getraind. Zijn ultieme missie heeft hij echter nooit hoeven vliegen. Tijdens haar persoonlijke en historische zoektocht komt ze erachter dat er rond de piloten ook nu nog veel onwetendheid en vooroordelen heersen. Wings of Defeat heeft een rechtlijnige structuur, die in dienst staat van het onderzoek. De film brengt een fascinerend stuk geschiedenis over een gevoelig onderwerp met nuance. De piloten werden in Japan als helden geportretteerd, in fel contrast tot het Westerse beeld. Dit contrast wordt in Wings of Defeat effectief gecorrigeerd: volgens de film waren ze uiteindelijk slechts pionnen in de doodsstrijd van een regime dat zich wanhopig aan de macht vastklampte.
Botsende machten
Warm Current (Danryu)
Yasuzo Masumura, 1957
Het festival had dit jaar een bescheiden retrospectief rond Yasuzo Masumura, die meer dan 50 films heeft gemaakt tijdens zijn korte carrière. Masumura stond onder contract bij de Daiei Studios en maakte daar meerde films per jaar, iets wat in de naoorlogse jaren heel normaal was. Hij studeerde begin jaren vijftig film in Rome, maar toen hij zelf films ging maken was er weinig van het onder studenten populaire Italiaanse neo-realisme terug te zien. Ook had hij weinig op met het werk van Japanse grootheden als Kurosawa, Mizoguchi en Ozu. Hij koos een eigen weg, die uiteindelijk zou leiden tot films als Giants and Toys en Red Angel, waarin hij grenzen van menselijk gedrag en seksualiteit opzocht die nieuw waren in de Japanse film.
Warm Current is een minder uitgesproken film, al hanteerde Masumura hier ook al elementen die nieuw waren. Een jonge manager wordt aangesteld om een traditioneel ziekenhuis te hervormen. Hij ontmoet niet alleen tegenstand van de staf, maar heeft het ook druk met twee vrouwen die beide verliefd op hem zijn. De hervormingsstrijd binnen het ziekenhuis is een spiegel van de botsende machten in de traditionele Japanse cultuur van de jaren vijftig. Ook de beide vrouwen zijn dat: de een is de respectabele doch conservatieve dochter van de ziekenhuispatriarch, de ander is een veel vrijere verpleegster. Het is wel duidelijk waar de sympathie van Masumura ligt, en hij ondersteunt die voorkeur door een hoog tempo, abrupte scènewisselingen en Hawksiaanse dialogen. Een melodrama in de beste zin van het woord en in de traditie van de meester van dat genre: Douglas Sirk. De Japanse filmkritiek en opkomende filmmakers als Nagisa Oshima (die toen overigens nog criticus was) en Shohei Imamura erkenden Masumura’s talent direct. Hoewel Warm Current er nog niet op vooruit loopt, zou Masumura een van de eerste vertegenwoordigers worden van wat later de Japanse New wave zou gaan heten.
Details en close-ups
Watch Me (Kansatsu eien ni kimi wo mitsumete)
Takeshi Yokoi, 2007
De tien jaar oude Shigeki krijgt voor het eerst een eigen kamer. Van zijn spaarcenten koopt hij een telescoop, waarmee hij een meisje van zijn leeftijd ziet dat in een huis op de top van de heuvel woont. Vanaf dat moment blijft hij elke dag naar haar kijken. Ze blijkt Yayoi te heten, en Shigeki wordt verliefd op haar. Ook later in zijn leven blijft hij haar van een afstand bekijken, zelfs als ze beiden getrouwd zijn. Op een dag ontvangt hij een doos met dagboeken, tekeningen en brieven van Yayoi. Vanaf dat moment wordt haar kant van het verhaal verteld.
Het is een verhaal over verlangen, de zoektocht naar menselijk contact, de onmogelijkheid om echt contact te maken en de breekbaarheid van de liefde. Shigeki en Yayoi voelen zich tot elkaar aangetrokken, maar kunnen die aantrekkingskracht alleen van een afstand beleven. Ze leven beiden in een cocon, omdat ze niet in staat zijn een echte band met andere mensen op te bouwen. Dat wordt ook in hun bezigheden gesymboliseerd. Shigeki kijkt altijd door een telescoop, heeft geen gevoel voor oriëntatie en heeft steeds baantjes die niets van hem eisen maar slecht ruimte geven voor zijn studie van Yayoi. Die maakt tekeningen waarop alleen details en close-ups te zien zijn, en raakt bevriend met een fotografe die haar modellen slechts van zeer dichtbij vastlegt. Watch Me is een zachte, poëtische film vol symboliek, die ondanks zijn lengte van meer dan twee uur tot aan het eind hypnotiserend blijft.
Echte emoties
Your Friends (Kimi no tomodachi)
Ryuichi Hiroki, 2007
De nieuwe film van Ryuichi Hiroki, eens actief in de erotische pinku-films, is een waardig opvolger van zijn festivalfavorieten Vibrator en It’s Only Talk. In al zijn films is het hem om emotionele intimiteit te doen, en die is in Your Friends volop aanwezig. De plot handelt om Emi, een jonge vrouw die tijdens haar kindertijd kreupel raakte en dankzij haar handicap altijd moeilijk vriendschappen aan heeft kunnen gaan. Emi is direct en prikkelbaar, en is niet geïnteresseerd in vluchtig contact. Nakahara is een jonge fotograaf die naar de school gaat waar ze les geeft om de kinderen daar vast te leggen. Alle kinderen hebben een sociale en/of lichamelijke handicap, en Emi heeft de gave om tot ze door te dringen. In flashbacks tijdens gesprekken met Nakahara wordt haar verleden ontvouwd. Als kind leert Emi Yuka kennen, een meisje met een nierziekte dat al net zo’n buitenstaander is als zij. Er groeit een vriendschap tussen de twee die in de vijf jaar daarna steeds sterker wordt, tot aan Yuka’s dood.
Emi is nooit over de dood van haar beste vriendin heen gekomen, en die is dan ook op allerlei manieren nog steeds aanwezig. Zo geeft Emi aan haar schoolkinderen een foto van een wolk als ze de school verlaten. Een beeld dat haar sterk aan Yuka bindt, met wie ze zo vaak naar de wolken heeft gekeken en met wie ze altijd op zoek was naar het perfecte exemplaar. Hun zoektocht naar die wolk heeft ze altijd voortgedreven, niet beseffend dat ze altijd elkaars wolk zijn geweest. Met de grootst mogelijke subtiliteit doet Hiroki hun verhaal, en dat van een aantal klasgenoten die allen ook moeite hebben sociaal contact aan te gaan, uit de doeken. Met een nadruk op realisme, een zich steeds verdiepende metafoor rond de wolken (ze staan ook voor het noodlot en de dood, voor verandering, voor dromen, voor diversiteit, enzovoort) en sterke vertolkingen van een groep grotendeels onervaren acteurs. Scènes worden voortdurend vastgelegd in prachtige, lange trackingshots met minimale beweging, en ze worden altijd net iets langer aangehouden dan verwacht. Het gevolg is dat de regisseur achter het karakter lijkt te duiken, daarbij toegang biedend tot echte emoties en tot de drijfveren van zijn personages.
Som der delen
Genius Party
Diverse regisseurs, 2007
Als een groep van zeven animatoren carte blanche krijgt om ieder een korte film te maken en het resultaat onder de titel Genius Party uitgebracht wordt, schreeuwt dat om een kritische reactie. Producent Studio 4°C komt echter een heel eind. De eerste, Genius Party, speelt zich af op een strand waar lachende strandstenen, een daaruit groeiende vuurvogel en magische bloemen opgaan in een kosmische wervelwind. Van daaruit gaat het verder met Shanghai Dragon, een aanstekelijk verhaal over een snotneus van een jaar of drie die over een kracht blijkt te beschikken waarmee hij de aarde kan beschermen tegen een leger gigantische robots uit de ruimte. Deze mix van nostalgie en futuristische beeldtaal combineert geweldserupties met humor en kinderlijke fantasie. Een ode aan en tegelijk een parodie op de genretradities. Deathtic 4 is een avonturenverhaal rond een jongen die in een onderwereld vol zombies leeft, die echter verder net zo menselijk zijn als hijzelf. Met veel zwarte humor en in een stijl die duidelijk refereert naar het werk van Tim Burton en Henry Selick, worden de jongen en zijn vriendjes gevolgd als ze een kikker terug willen brengen naar de wereld der levenden.
Door Bell is een tegenvallende bijdrage over een jongen die zijn dubbelganger tegenkomt en tracht te voorkomen dat die zijn leven overneemt. Niet vernieuwend, en met een stijl die te minimaal is om het weinig omvattende verhaal iets boeiends te geven. Limit Cycle is een animatie over een Matrix-achtig orakel dat de wereld in nummers ziet en constant filosofeert over de mensheid, het godsbesef, natuurkrachten, en andere kosmische zaken. Zijn verhaal gaat echter nergens heen en zijn verbale diarree leidt zelfs af van de soms spectaculaire beelden. Happy Machine start als een realistisch verhaal over een baby die gevoed wordt door zijn moeder, maar wiens wereld letterlijk uit elkaar valt als zij een robot blijkt te zijn. Hij belandt in een wereld zonder mensen maar vol gevaren. Die worden echter niet alleen als bedreigend voor het kind gepresenteerd, maar ook als vehikels om zijn fantasie en ontdekkingszin te laten werken. Het laatste segment is Baby Blue, een aards verhaal over twee tieners die een dag met elkaar de school ontvluchten. Ze kennen elkaar alleen van het voorbijgaan, en in de loop van de dag ontdekken ze elkaars gevoelens over de wereld, hun vrienden en familie, en over zichzelf. Het is de enige bijdrage zonder ‘fantastische’ elementen, en laat dan ook vooral zien dat handgetekende animatie een tijdloze techniek is, in tegenstelling tot onnatuurlijk ogende film of cgi-animatie. De individuele bijdragen van Genius Party zijn, op een paar uitzonderingen na, zeker de moeite waard, maar het geheel is niet meer dan de som der delen.
Eigen benadering
Cafe Isobe (Junkissa Isobe)
Keisuke Yoshida, 2008
Café Isobe is een met veel humor verteld verhaal over de gescheiden Yujiro en zijn tienerdochter Sakiko, die vaak bekvechten. Als de vader een som geld erft, stopt hij met zijn werk en begint hij een eigen café om zich populair bij de dames te maken. Het blijkt echter dat zijn Cafe Isobe vooral clientèle van lager allooi aantrekt. Yujiro wordt verliefd op zijn nieuwe serveerster Motoko, maar Sakiko moet niets van haar hebben en verzet zich hevig tegen de relatie.
Cafe Isobe is een originele tragikomedie die op momenten erg grappig is, en een eigen benadering heeft voor de problemen en verlangens van een alleenstaande ouder. Met een camera die voortdurend bovenop de actie zit, zoekt Keisuke naar de drijfveren van zijn vaak primair reagerende personages. Het tempo en de soms irrationele dialogen en plotwendingen doen de film soms de plank mis slaan, maar passen wel goed bij een eigenzinnige film als deze.
Zoektocht naar zelfrespect
Awaking (Tame mo e!)
Junji Sakamoto, 2007
Takayuki en Toshiko zijn een stel van tegen de zestig dat in stilte gelukkig lijkt te zijn. Als Takayuki plotseling overlijdt, komt Toshiko’s leven echter volledig op zijn kop te staan. Ze komt erachter dat haar man al jaren een verhouding had met de eigenaresse van een noedelrestaurant. Haar vriendinnen doen niet meer dan adviseren de zaak te laten rusten, en als ook nog eens blijkt dat haar zoon weer bij haar in wil trekken, vlucht ze het huis uit, zonder zelfvertrouwen en een inzinking nabij. Toshiko belandt in een capsulehotel, en van daaruit begint haar zoektocht naar een nieuw leven, zonder man en als zelfstandige alleenstaande vrouw.
De plot heeft veel raakvlakken met westerse films uit de Tweede feministische golf als An Unmarried Woman en Alice Doesn’t Live Here Anymore. Ook hierin zoeken volwassen vrouwen naar een nieuwe invulling van hun leven na het uiteenvallen van hun relatie. In die zin zou Awaking als een achterhaalde film gezien kunnen worden, maar in het geval van Japan ligt dat anders. De Japanse samenleving wordt nog steeds gedomineerd door mannen en daar is nog veel te winnen op het gebied van vrouwelijke emancipatie. Voor een westers publiek is de naïviteit van Toshiko soms vreemd om te zien. Ze is niet gewend er alleen op uit te gaan, en schrikt zelfs terug van het bedienen van de gsm van haar man. Maar ze leert snel, en in een uitgekiende mix van drama en humor weet regisseur Sakamoto haar zoektocht naar zelfrespect en eigenwaarde tot een aangename zit te maken.