3.5/5
Het is goed dat Anton Corbijn een spionageroman van John Le Carre als bron heeft genomen. Een verhaal vertellen kan hij wel maar het is niet zijn sterkste kant. Nu staat dat verhaal en kan Corbijn zich concentreren op het tonen ervan. Vanaf het openingsshot, waarin een gevluchte Tjetsjeen uit het Hamburgse water klimt ontvouwt zich een intrigerend verhaal dat met horten en stoten verteld wordt, waardoor je als kijker steeds moet zoeken naar hoe alles in elkaar past. Heerlijk is dat. Hoffman is Gunther Bachmann, een agent van de Duitse inlichtingendienst die alles al gezien heeft en menige teleurstelling in zijn loopbaan moest zien te overwinnen. Corbijn toont zijn gave voor mooie shots en overgangen en maakte een film die beter is dan zijn lege The American. Maar toch wringt er wat. A Most Wanted Man is spannend en nooit saai maar het is ook een wat plichtmatige film. Alsof Corbijn er het handboek ‘hoe maak ik een spionagefilm’ heeft bijgehaald. In zo’n film horen achtervolgingen, ondervragingsscenes, geheime ontmoetingen, louche figuren, personages met dubbele agenda’s en veel drank en sigaretten. Dat zit er allemaal in maar iets nieuws weet hij er niet mee te doen. Het sterktse punt van de film is PSH en die krijgt gelukkig volop ruimte om te schitteren.
Wel mooi hoe Corbijn Hamburg gebruikt, een uiterst fotogenieke stad, en twee sterren van de Duitse cinema: Nina Hoss en Daniel Bruhl. Beiden zijn tot meer in staat dan ze hier kunnen laten zien maar het geeft de film wel de broodnodige authenticiteit. Al blijft het vreemd Duitse acteurs Engels te horen praten als de film zich afspeelt in Hamburg.