Ik moest de eerste seizoenen wat wennen aan het tempo in Better Call Saul. De reis die de brave Jimmy McGill maakt om uiteindelijk de louche Saul Goodman te worden, is zeer geleidelijk en er wordt regelmatig stilgestaan bij de voortgang. Maar de grote kracht van de serie is juist die geleidelijkheid. Ook de brave Jimmy was niet 100% braaf en de louche Saul is ook niet 100% louche. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille, waarbij de medaille gedurende al die seizoen langzaam de andere kant opdraait. In seizoen 5 is Jimmy inmiddels officieel Saul geworden. Een zakelijke keuze maar ook een bewuste stap om zijn oude identiteit achter te laten. Zijn toekomst ligt in het bijstaan van echte criminelen. Groot en klein. Dat brengt wat praktische ongemakken met zich mee, maar door zijn nauwelijks aanwezige morele kompas komt Saul op dat vlak nooit in de problemen. Voor Kim Wexler, ooit een goede vriendin maar inmiddels uitgegroeid tot partner, ligt dat anders.
De Mexicaanse drugsfamilie Salamanca weet Jimmy/Saul inmiddels te vinden. Iets waar hij niet blij mee is, maar waar hij weinig tegen kan doen. Ook de paden van Gus Fring en Nacho Varga komen steeds dichter bij dat van de advocaat. Daartussenin zit de oude rot Mike, als een buffer tussen Jimmy en de echte problemen. Maar Mike’s krachten zijn ook niet oneindig. Better Call Saul is een heerlijke mix van drama, film noir en comedy waarin Jimmy en Kim centraal staan. De twee mogen elkaar erg graag, maar er hangt ook voortdurend een dreiging in de lucht dat hun samenzijn een keer fout moet lopen. Kim volgt haar eigen pad als een advocaat met een goede reputatie die wel een moreel kompas heeft. Een kompas dat ook helder maakt dat haar eigen positie, als goedbetaalde plooiengladstrijker van Mesa Verde, niet echt koosjer is. Als de twee bij elkaar zitten, bedreigd van twee kanten en wetende dat ze elkaar nooit zullen verraden, weet de serie echt te raken.