Net zo min als The Master over Scientology ging, gaat Phantom Thread over mode. Paul Thomas Andersom beschouwt het meesterschap van Reynolds Woodcock als een gegeven. Zonder dat dit overigens tot een verminderde focus op de details rond dit vak leidt. De parallellen tussen Woodcock en zijn nieuwe muze Alma en tussen Lancaster Dodd en Freddie Quell zijn duidelijk. De meester is de goeroe aan wiens lippen iedereen hangt, maar de leerling heeft zo zijn eigen agenda.
De relatie tussen Reynolds en Alma roept ook My Fair Lady in herinnering. Een volksmeisje wordt opgepikt door een gesoigneerde oudere man. Man verheft meisje en meisje vermenselijkt man. Maar zo simpel loopt het hier niet. Alma is op het eerste gezicht inderdaad zo volks als Eliza Doolittle in MFL maar de draad waarmee ze aan Reynolds is verbonden, wordt net zo goed door haar gespannen als door hem.
PT Anderson overrompelde ons ooit met Boogie Nights en Magnolia. Die overrompeling heeft plaatsgemaakt voor een zeer subtiel spel van verleiding. Heel veel gebeurt er niet in Phantom Thread en de richting waarheen de gebeurtenissen je leiden is vooral die van een serene liefde. Reynolds is een type dat niet houdt van verandering maar voor Alma zet hij stappen die hij nooit voor mogelijk had gehouden. Ik zit gebiologeerd te kijken naar het fantoomweb waarin de twee geliefden elkaar steeds steviger vastzetten.