3.5/5 

Sergio Leone was niet de enige Italiaanse regisseur die zich op de western stortte in de jaren 60. Wel de beste. Collega Sergio Corbucci wordt onder cinefielen vaak minstens zo hoog ingeschat, met name door zijn rauwheid en het gebruik van expliciet geweld. Maar als ik af ga op diens bekendste en volgens velen beste film, Django, kom ik tot een wat andere conclusie.

Quentin Tarantino schijnt gek op de film te zijn en hij heeft zich er ook door laten inspireren bij zijn Django Unchained. Die ik nog niet gezien heb. (nu wel)
Het sterkste punt van Django is niet zozeer dat geweld maar wel de smerigheid (letterlijk en figuurlijk). De modder zit werkelijk overal en zelfs de hoeren zijn er op een gegeven moment mee bedekt. Figuurlijk gaat het over de onbetrouwbaarheid van de personages die stuk voor stuk bereid zijn de ander een mes in de rug te steken. Ook het geweld is gruwelijk en smerig, maar omdat ik inmiddels al zoveel erger heb gezien komt dat toch minder aan. De mooiste scene is vrijwel geluidloos: Django sleept zijn grafkist de hotelkamer uit en weet die met veel beheersing het hok in te krijgen waar het goud is opgeslagen, terwijl de Mexicaanse bandieten afgeleid worden door een zich ontkledende schone. Django doet qua plot denken aan de samuraifilms van Akira Kurosawa en qua geweld aan Sam Peckinpah, maar weet daar wel iets eigens mee te doen. Het is een wrede film waarvoor je echt moet werken tijdens het kijken. Bewonderenswaardig maar ook afmattend.