Deze verfilming van Le Locataire Chimérique van Roland Topor, is de derde film in wat bekend is geworden als de paranoiatrilogie van Roman Polanski. De andere twee zijn Repulsion en Rosemary’s Baby. Naast de toenemende angst bij het hoofdpersonage is de andere overeenkomst dat deze drie films zich grotendeels afspelen in een appartement. Polanski heeft altijd ontkend dat hij bewust een trilogie heeft willen maken, maar de overeenkomsten zijn onmiskenbaar: paranoia, vervreemding, seks, psychose, subjectieve realiteit en krappe woningen. Elke film in de trilogie gaat over de angst voor de ander, over de bedreigende, onpersoonlijke stad (respectievelijk Londen, New York en Parijs). De kamers in de appartementsgebouwen zijn gevangenissen die de neergang van de hoofdpersonages weerspiegelen. In The Tenant is dat een man (Polanski zelf), bij de andere films is dat een vrouw. Maar deze Trelkovsky heeft een voorgangster met wie hij zich steeds meer gaat identificeren.

Trelkovsky is een zachtaardige, in Polen geboren kantoorklerk die mensen er voortdurend aan moet herinneren dat hij Frans staatsburger is. Hij maakt zich zo klein mogelijk, alsof hij niet zeker is dat hij mag bestaan. De woningnood in Parijs is enorm dus hij voelt zich zeer gezegend dat hij het nog niet leegstaande aftandse appartement van de nog niet overleden Egyptologe Simone Choule zou kunnen hebben. Maar ze leeft nog, nadat ze enkele dagen eerder uit het raam is gesprongen. Het einde van haar coma zou het begin van zijn nieuwe leven betekenen. Hij gaat naar het ziekenhuis en loopt daar Stella (Isabella Adjani) tegen het lijf, een vriendin van het meisje. Omdat Stella een aantrekkelijke vrouw is, doet Trelkovsky alsof hij de zwaar in het verband liggende Simone kent, eigenlijk met de bedoeling om nader tot Stella te komen. De twee gaan daarna naar een screening van Enter the Dragon waar ze elkaar fysiek al wat ontdekken. Als Simone is overleden en hij in de flat woont, lijken alle buren zich voortdurend zorgen te maken over lawaai. Bovendien is de gedeelde badkamer aan de overkant altijd bezet door mensen die er gewoon in staan – bewegingsloos. Langzaam verliest Trelkovsky zijn verstand als hij zich gedwongen voelt om zich als Simone te gedragen; eerst door haar merk sigaretten te kopen en daarna door zich als haar te kleden. Het duurt niet lang voordat het raam hem begint te roepen.

Omdat Trelkovsky zelf niet bepaald een betrouwbare verteller is, blijf je als kijker steeds twijfelen. Je weet nooit zeker of zijn verschrikkingen psychologisch (een mentale inzinking), sociologisch (xenofobie) of bovennatuurlijk (de vloek van de mummie?) zijn. In Rosemary’s Baby speelde Polanski met het idee dat een heel oud kwaad tot in de 20e eeuw voortleeft. Iets soortgelijks doet hij hier door Egyptische mythologie te verweven met het moderne stadsleven. Na het zonnige uitstapje naar Californie in Chinatown, keert Polanski terug naar claustrofobische interieurs, dreigende oude mensen en Kafkaeske horror. Het openingsshot, met een duizelingwekkend, voyeuristisch panning shot van de ramen van het appartementsgebouw, gooit je direct in het diepe. Polanski speelt zelf de rol van Trelkovsky, een keuze die volkomen logisch is. Hij is niet alleen die angstige Pools-Franse kantoorklerk, de acteur/regisseur kan als geen ander de angst, paranoia en psychose laten zien die zo bij het personage horen. Voor de andere rollen castte hij vooral Amerikaanse acteurs. Dat voelt heel vreemd in Parijs maar het draagt wel bij aan de vervreemding. Dat ook de Franse acteurs gedubd zijn, voelt echter vooral raar. Zijn kantoorcollega’s, nogal outgoing en seksueel ongeremd, krijgen daardoor iets grotesks. Hun grote brillen, ook gedragen door Adjani en een aantal andere personages, vormen dan wel weer een passende metafoor voor de manier waarop hij zich bekeken voelt.

The Tenant is geen makkelijke film en doet door de grauwheid van de stad, van het appartement en van de personages vaak pijn aan de ogen. Maar het is wel een film waarin veel te ontdekken valt, of het nou om Egyptologische referenties gaat, borden en posters in de stad, sigaretten en drankmerken, interieurs of kledingkeuzes. Het mooie van alle gothic horror in het oeuvre van Polanski is dat je altijd het gevoel krijgt dat hij zelf ook moet lachen om al deze ellende. Hier is dat vooral wanneer Trelkovsky zich begint te kleden als Simone en zijn vrouwelijke kant ontdekt. Voor de grande finale keert het panning shot terug als Trelkovsky vanuit zijn raam iedereen ziet zitten, als in een theater. Ze maken zich klaar voor de hoofdact: hijzelf.

Polanski maakte een psychologische thriller waarin geen moordenaar is te bekennen, anders dan de tot waanzin gedreven zelfmoordenaar. The Tenant doet denken aan de giallo’s van Dario Argento, maar dan zonder de handgeschoende moordenaar en de overdadige kleuren. Van die films kan ik meer genieten maar het vakwerk van Polanski is onmiskenbaar.