Waar ik Hugo eerder vond tegenvallen en ik het met Marcel eens was dat het een beetje een Jeunet-ripoff is, valt ook deze grote Oscarwinnaar wat tegen. En zie ik vooral een ode aan de langere films van Charlie Chaplin en Buster Keaton, zonder de durf die deze twee legendes wel bezaten.
The Artist ziet er prachtig uit en weet echt het gevoel over te brengen van een zwijgende film uit de jaren 20. De manier waarop het verhaal verteld wordt, de mengeling van comedy en drama, en het geëxalteerde acteerwerk is te zien als een eerbetoon aan de illustere voorgangers, met name dus die van Chaplin. Daarmee zie ik althans de meeste overeenkomsten. Het probleem is dat Chaplin dit 80-90 jaar geleden al heeft gedaan, maar dan beter. Alsof er geen vooruitgang in de tijd is geweest en de samenleving niet op heel veel punten is veranderd. De makers durven nooit zover te gaan als Chaplin en Keaton deden in het aanzetten van het menselijk drama. De kruisende carrierepaden van George Valentin en Peppy Miller zijn wel mooi neergezet, al is ook dit eerder gedaan. Bv in A Star is Born.
Maar het noodlot van Valentin wordt nooit een echt noodlot. Het komt nergens zover dat hij echt aan de grond zit en het leed niet is te overzien. Zelfs als hij een pistool in zijn mond stopt denk ik nog dat het allemaal wel met een sisser af zal lopen. Dat wist Chaplin toch beter te doen, bijvoorbeeld in het geweldige City Lights. De film bevat wel een aantal goed geslaagde visuele en auditieve vondsten, zoals het moment dat Valentin in zijn droom (nachtmerrie) zijn drinkglas hoort als hij het neerzet. En Berenice Bejo is uitstekend als de hyperenthousiaste naieveling die langzaamaan streetwise wordt en uiteindelijk het mentorschap overneemt van haar grote voorbeeld.
Overigens is ook The Artist als een Jeunet ripoff te zien: in zijn hemeltergende positiviteit en crowdpleasing factoren is het een soort zwartwit Amelie.