Deze verfilming van het gelijknamige boek van Annejet van der Zijl scheen wel mooi te zijn had ik begrepen. Aangrijpend in elk geval. Maar ik vond het toch erg tegen vallen.
Even een synopsis: in de twintiger jaren ontmoet de jonge, uit Suriname afkomstige, Waldemar Nods in Nederland de oudere Rika van der Lans en ze worden verliefd. De tegenstellingen zouden bijna niet groter kunnen zijn: Waldemar zwart, Rika wit, 17 jaar leeftijdsverschil en bovendien is Rika al moeder van vier kinderen. Maar ze houden van elkaar. Dan blijkt Rika zwanger te zijn. De twee kiezen voor elkaar ondanks de hoge prijs die ze daarvoor moeten betalen. Ze krijgen een zoon, Waldy, hun eigen ‘Sonny Boy’. Dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit en wagen Waldemar en Rika hun leven om onderduikers te redden. Dat gaat echter niet zonder ingrijpende consequenties…
Tja. Dat is nogal wat. Hoeveel shit kan een mens verwerken? Heel veel, zo blijkt. Ondanks dat alles tegen lijkt te zitten blijven Waldemar en Rika positief. Althans, er wordt wel gehuild en geleden maar ik heb nooit het idee dat ze het echt zwaar hebben. Daarvoor overheerst de Hollandse kneuterigheid toch teveel. Alsof de makers het niet aan durven eens echt de diepte in te gaan. Ondanks de lengte van ruim 2 uur doen vele scenes gehaast aan. Maar omdat het me niet lukt om met het verhaal mee te leven laten de gebeurtenissen me, ondanks de heftigheid ervan, koud.
Dialogen zijn vaak houterig en het acteerwerk is vaak tenenkrommend. Vooral de kindrollen en de door Nederlanders gespeelde moffen. Zoals zo vaak in Nederlandse films gaan vele scenes ten onder aan uitleggerigheid. Regisseur Maria Peters vertrouwt dan niet op de beelden maar gaat alsnog over tot een voiceover of commentaar van omstanders die alles nog eens verduidelijken. Dodelijk.Verder wordt de film nooit spannend, terwijl daar toch genoeg gelegenheid voor is.
Lichtpunt: de sterke rol van Ricky Koole als de tegen de klippen op optimistische Rika.