Guillermo del Toro is gek op outcasts, dropouts, misfits, midgets en freaks. Nightmare Alley past naadloos in die fascinatie: het verhaal speelt zich af in de wereld van de travelling carnivals, waarin al die types voorbij komen. De film deed me denken aan Carnivale, de serie over zo’n travelling carnival die ik jaren geleden zag. Nog voordat ik dit blog begon. Maar de analogie met Barry Lyndon vond ik ook opvallend. In Stanley Kubricks kostuumfilm is het Ryan O’Neal die de sociale ladder beklimt om daarna keihard te vallen. Hier is het Bradley Cooper. O’Neal en Cooper zijn beiden beperkte acteurs en zijn te blanco om je mee te identificeren. Maar O’Neal was in de handen van Kubrick en die wist die minpunten om te zetten in een pluspunt. Hij maakte een antagonist van zijn protagonist waardoor de val uiteindelijk een triomf voor de kijker werd. Volgens mij was het de bedoeling van Del Toro dat Cooper van zijn personage Stan een fascinerend type maakte, maar dat lukt totaal niet.

Hij is Stanton Carlisle, een man die zich tijdens de economische depressie van hulpje bij het carnival opwerkt tot succesvol medium van de rijken. Cooper is totaal ongeloofwaardig in de rol en ook de personages om hem heen zijn niet echt goed geschreven. Hierdoor komen topacteurs als Toni Collette, Willem Dafoe en Cate Blanchett helemaal niet uit de verf. Al blijft het een genot om naar ze te kijken, zeker Cate. In het verhaal worden de verwachtingen tot onvoorstelbare hoogten opgebouwd, met een voortdurende suggestie van spanning. Del Toro wilde duidelijk een ode aan de film noir brengen. Maar zodra de climax wordt bereikt, begeleid door veel bloed en geweld, zijn het precies deze verwachtingen die worden teleurgesteld. De ondergang van Cooper is zover vooruit getelefoneerd dat dit geen verrassing, maar een vervulde verwachting is. Wat rest is een film die er schitterend uit ziet, maar leeg is. De film past wat dat betreft prima in het oeuvre van de regisseur. Hij maakt films die prachtig zijn om naar te kijken en gevuld zijn met rare types en visuele vondsten. Maar het zijn allemaal films die me niet echt raken. Ook Pan’s Labyrinth deed dat niet en die wordt toch alom gezien als zijn meesterwerk.