En bij deze twee seizoenen bleef het. Met 90 miljoen dollar voor de tien afleveringen van seizoen 1 was Marco Polo een van de duurste series ooit gemaakt. Hij moest dus wel heel succesvol worden, maar dat viel nogal tegen. Harvey Weinstein was de producent en samen met Netflix hoopte hij de Chinese markt open te breken en zo een enorm publiek aan te boren. Dat is niet gelukt (los van de andere problemen die Harvey had), maar aan de inhoud ligt het niet. De serie is zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt voor de Aziatische kijker, met heel veel aandacht en eerbied voor historische details en de Chinese culturele erfenis. Visueel is de serie schitterend maar het verhaal is niet altijd goed te volgen en het is lastig om je met de personages te verbinden. Het blijft allemaal wat op afstand.

Het basisgegeven van de Italiaanse ontdekkingsreiziger Marco Polo die aan het hof van de oppermachtige heerser Kublai Khan belandt, is heel interessant. Het laat maar weer eens zien dat de botsing van culturen, die de eigen altijd als de beste zien, al eeuwenoud is. Marco Polo wint al snel het vertrouwen van de Khan, maar tegelijkertijd blijft hij die de Westerling die je nooit echt dicht bij je moet houden.

Grootste pluspunt van de serie is Benedict Wong, als Kublai Khan. Hij maakt van de heerser een vadsige manipulator en strategisch denker, een man die overal vijanden ziet maar ze ook overal heeft. Hij vertrouwt op zijn eerste vrouw, Empress Chabi (Joan Chen), zowel in persoonlijke als politieke beslissingen. Wong speelt het fantastisch. Het deed me denken aan Jabba the Hut, ook een personage dat weinig uit lijkt te voeren maar intusse grip op alles heeft en meedogenloos kan zijn als de situatie erom vraagt.