Twee illegale Mexicaanse immigranten zoeken naar werk in Los Angeles. De ervaren Jesus en de jonge Fausto weten dat er misbruik gemaakt zal worden van hun inzet, maar als ze aan wat geld willen komen hebben ze weinig keus. Lange dagen zitten ze in een groep te wachten tot er iemand langskomt die hen in wil huren. De twee hebben die ochtend al een klus aangenomen waar ze tegen de rest wat geheimzinnig over doen. Als de avond valt, breken ze in bij een alleenstaande moeder, en de doelgerichtheid van de actie doet een link met de verzwegen klus vermoeden. De vrouw ligt haar roes uit te slapen op de bank, na een crackpijp gerookt te hebben, als de twee Mexicanen haar verrassen. De bedoelingen van Jesus en Fausto zijn echter niet duidelijk en de rest van de avond en nacht verloopt dan ook heel anders dan menig kijker zou verwachten. Juist daardoor komt de schokkende ontknoping als een maagstoot binnen.

Het is niet moeilijk te zien wat regisseur Amat Escalante wil aantonen met Los bastardos. Armoede drijft de twee tot criminaliteit, en door frustraties over hun dagelijkse behandeling ligt gewelddadigheid op de loer. De VS zijn slechts geïnteresseerd in exploitatie van de immer binnenstromende immigranten, en de sociale onrust die dat proces met zich meebrengt wordt genegeerd. Escalante heeft de twee hoofdrolspelers zelf van de straat geplukt en de levensechtheid die hij daarmee koopt betaalt zich voor een deel uit. Maar door het schematische script en de beperktheid van de acteurs is het ook moeilijk met ze mee te gaan. Het camerawerk is sterk en de regisseur weet het zinderende Californische landschap in prachtig gekadreerde beelden te tonen. Escalante heeft goede bedoelingen met het tonen van de slechte behandeling van immigranten en de tragedies die daaruit kunnen ontstaan, maar doet er te weinig mee. De gruwelijke afloop verzekert hem van de nodige aandacht, maar deze trap in de onderbuik verdringt tegelijk de andere emoties die hij met zijn film wilde oproepen.