2.5/5 

‘Het is niet het huis dat bezeten is. Het is je zoon’. Sterke tagline voor een horrorfilm. Verhuizen heeft dus geen zin, het kwaad achtervolgt je tot het einde der dagen. En je zoontje dumpen doe je nou eenmaal niet. Schrijver Leigh Whannell en regisseur James Wan, verantwoordelijk voor de eerste Saw, dachten echter dat het werk er met dat uitgangspunt wel op zat.

Origineel is dat idee overigens niet eens. Insidious is in de basis een mix van 2 horrorklassiekers waarin het kwaad het ook gemunt heeft op een kind: The Exorcist en Poltergeist. Maar die combi levert niet de gewenste sterke film op. Dat komt vooral omdat Wan zich alleen lijkt te bekommeren om het achter elkaar zetten van een hele serie schrikmomenten. Daar slaagt hij weliswaar in, het kippenvel stond me geregeld op de armen, maar op den duur ging ik me steeds meer ergeren aan dit effectbejag. Op geen enkel moment weet hij van Insidious een film te maken die me meesleurt het verhaal in en me laat geven om zijn personages. Het is vaak van een stuitend simplisme, de manier waarop Wan scenes achter elkaar plakt zonder ook maar enige plotrelevantie of samenhang. Naarmate de film vordert wordt dat erger. Als hij het team van duivelsjagers introduceert, letterlijk gecopieerd uit Poltergeist, gooit hij er zelfs wat pogingen tot humor tegenaan. De balans raakt daarmee nog verder zoek.

Klein pluspuntje: de rol van Barbara Hershey als moeder van de inmiddels volwassen Josh die het allemaal al eerder heeft meegemaakt.