Toen deze film vorig jaar in de bioscopen draaide, had ik nooit gedacht aan de Oscars. Een anarchistische parabel over het vinden van jezelf in een serie bizarre afsplitsingen van je eigen saaie leventje. Everything Everywhere All at Once is een soort kruising tussen The Matrix, Groundhog Day, Lola Rennt, The Fountain en de films van Christopher Nolan, Spike Jonze en Jackie Chan. Maar dan in overdrive. 140 minuten lang dendert het multiverse over me heen en zit ik met bewondering maar ook apathie te kijken.

Evelyn Wang (Michelle Yeoh) is een vrouw die verdrinkt onder de stress van de falende wasserette van haar familie, haar mislukte huwelijk met Waymond (Ke Huy Quan) en haar bejaarde vader (James Hong) die haar levenskeuzes afkeurt. De kloof tussen Evelyn en haar dochter Joy (Stephanie Hsu) is echter het meest bedreigend, zeker als blijkt dat Joy in het enorme multiversum een soort Darth Sidious is die alles controleert. De enorme chaos in het multiversum van Everything Everywhere All at Once is een filmische vertaling van de chaos van het internet, waarin iedereen ook meerdere persoonlijkheden lijkt te hebben die voortdurend gebombardeerd worden door meningen, quotes, beelden en een diarree aan Youtube, Instagram en TikTok video’s. Daarbij komt nog eens een metalaag over het filmverleden van Yeoh, Quan en ook James Hong (die een enorm cv heeft dat een multiverse op zich is). Indrukwekkend, gedurfd en origineel is het zeker, maar in al die chaos raakten de makers me ook wat kwijt. Het bombardement van ideeën, beelden, bizarre personages, locaties en props (de worstvingers..) is te veel en te lang. Maar misschien moet ik m nog een keer kijken.