Het weekend van 22 tm 25 september heb ik 4 dagen in Lantaren/Venster gezeten voor Camera Japan. En net als in 2009 en 2010 heb ik daarvan een verslag geschreven voor 8WEEKLY.
Camera Japan heeft duidelijk de stijgende lijn te pakken. Althans wat publiek betreft. Deze zesde editie trok wederom meer bezoekers en de festivallocatie in Lantaren/Venster in Rotterdam zit de organisatie als een vertrouwde jas. Het filmaanbod was dit jaar echter van wisselvallige kwaliteit.
Hoewel Camera Japan de positieve kanten van de Japanse cultuur wil benadrukken, kon de organisatie dit jaar niet om de natuur- en nucleaire ramp die het land getroffen heeft heen. Maar dat deden ze op originele wijze. In de lobby was de tentoonstelling After the Quake te zien, waarin bezoekers zelf invulling konden geven aan hun gevoelens over het gebeurde. Het filmprogramma startte op donderdag met een lezing door Tom Mes. Deze editor van MidnightEye en schrijver van diverse filmboeken gaf een lezing onder de titel ‘Japan Reborn (Again)’ over de eeuwenlange invloed van rampen op de Japanse gemoedsgesteldheid en de manier waarop de Japanners daar weer bovenop kwamen. Hij stelt dat Japan zich in een constante state of flux bevindt en als samenleving altijd kijkt naar de toekomst. In een serie filmfragmenten laat hij zien dat rampen alom tegenwoordig zijn in Japanse films, maar dat de slachtoffers van die rampen zichzelf niet zo zien en de verandering juist als een kans gebruiken om verder te komen.
Over het algemeen heerst er in Lantaren/Venster echter vooral een zeer positievevibe rondom Japan en zijn bijzondere cultuur. Dat komt naar voren in de getoonde films, maar ook in het eten, de muziekvoorstellingen, de spontane intermezzo’s in de centrale hal en in de gesprekken die tussen bezoekers en gasten ontstaan. Camera Japan is in alles een sympathiek festival waarin de Japanse cultuur tot leven komt in een omgeving die juist oer-Hollands is: de Kop van Zuid met de hoogbouw en het zicht op de Maas. Dat contrast maakt het tot een bijzondere loot aan de rijke festivalboom die Nederland eigen is.
Erotisch kleurenballet
Guilty of Romance (Koi nu tsumi)
Shion Sono • 2011
In het festivalaanbod stak deze bijzondere film boven alles uit. Guilty of Romance is de nieuwste van regisseur Shion Sono, die aan een opmerkelijk oeuvre werkt met uiterst inventieve en gedurfde films. Eerder viel hij op met het vier uur langeLove Exposure en vorig jaar nog met Cold Fish. Guilty of Romance is zowel een thriller als een relatiedrama en een erotisch kleurenballet waarin alles mogelijk lijkt. Een expliciete, rauwe maar ook aangrijpende film die Sono’s status van eigenzinnig regisseur nog maar eens bevestigt.
Sneltreinvaart
Redline
Takeshi Koike • 2010
Deze ouderwets vette anime over een serie doldwaze autoraces op afgelegen planeten lijkt getekend door een twaalfjarige met ADHD. En dat is een compliment. Alles is overdreven inRedline, van de waanzinnige auto’s en de evenzo bizarre coureurs tot aan het uit alle uithoeken van het universum stammende racepubliek en de wonderlijke locaties. Als een sneltrein dendert deze film, begeleid door stampende techno, over je heen. Redline gebruikt de kracht van animatie door een wereld te tonen die alleen in dit medium kan bestaan.
Zonder opsmuk
Sketches of Kaitan City (Kaitan-shi jokei)
Kazuyoshi Kumakiri • 2010
Door de opzet van losse en min of meer op zichzelf staande verhaallijnen doet deze film denken aan ensemblefilms alsShort Cuts en Magnolia, maar toch isSketches of Kaitan City vooral heel Japans. De film presenteert de verwikkelingen zonder opsmuk lijkt vooral een inkijkje te willen bieden in de levens van een willekeurig aantal mensen in een kuststad in het noorden van het land. Maar de film mist een visie op de personages, waardoor de verhalen richtingloos zijn en vooral vragen oproepen.
Actie en sentiment
Gantz
Shinsuke Sato • 2011
Gantz is een op manga gebaseerde actiefilm met sentimentele trekjes. Het verhaal is best origineel: een groep pasgestorvenen ontwaakt in een ruimte waar ze toegesproken worden door een zwarte bal die hen duidelijk maakt dat ze hun dood kunnen uitstellen als ze een tegenstander uitschakelen. Daarmee kunnen ze punten verzamelen waarmee ze zichzelf of een collega uit de situatie kunnen redden. De actiescènes zijn geslaagd en de tegenstanders zijn origineel, maar de connectie met het verleden van de personages is gezocht. Sentimentele scènes doen afbreuk aan het concept en doen Gantz uiteindelijk de das om.
Actie en slapstick
Trigun, Badlands Rumble (Gekijoban toraigan)
Satoshi Nishimura • 2010
In het geval van deze mangaverfilming is bekendheid met het origineel waarschijnlijk een vereiste om van de film te kunnen genieten. In Trigun, Badlands Rumble gaat het om een bankrover die door zijn kameraden verraden is en twintig jaar later wraak komt nemen. Hij wordt tegengewerkt door een gelegenheidsduo dat een verleden heeft met deze vent. Dat verhaal is weliswaar redelijk te volgen, maar personages komen volkomen uit de lucht vallen en hun motivaties zijn vaak volkomen onduidelijk. De film schiet heen en weer tussen vette actie en slapstick, maar het is een balanceeract die in dit geval niet goed uit pakt.
Emopunten scoren
Bunny Drop (Usagi drop)
Sabu • 2011
De alleenstaande Daikichi neemt de zorg op zich voor de zesjarige Rin, de uit een late liaison geboren dochter van zijn zojuist overleden opa. Dat is gemakkelijk emopunten scoren, maar dat wordt dan wel goed gedaan. Het is geen kunst om mee te leven met hun groeiende band en het toenemende besef bij Daikichi dat hij naar nooit meer wil laten gaan. Bunny Drop is echter een tamme film voor een regisseur die heftige dingen gedaan heeft. Af en toe duikt zijn gevoel voor absurde situaties nog op, in de intermezzo’s met een dromende Daikichi die danst met een model in een modeblad.
Shoguns als boekhouders
Abacus and Sword (Bushi no kakeibo)
Yoshimitsu Morita • 2010
In deze originele kijk op het einde van het Edo-tijdperk en het Tokugawa-shogunaat en de start van de Meiji-periode blijkt dat shoguns niet alleen maar vechten. In een clan is de boekhouding minstens zo belangrijk, en er blijken dan ook shoguns te zijn voor wie het zwaard niet het belangrijkste is maar het telraam. Abacus and Sword volgt een familie van boekhouders in de Kaga-clan. Dat gaat jaren goed, maar dan blijkt zoon Naoyuki wat te veel op de details te letten en hij weet niet wanneer hij een oogje dicht moet knijpen. Ook zet hij zijn eigen familie de duimschroeven aan als blijkt dat ze schulden hebben, en drilt hij zijn zoon voor het vak. Zijn ijver doet hem bijna de das om. Pas op latere leeftijd gaat hij inzien dat zijn obsessie met het telraam zijn eigen geluk en dat van zijn familie in de weg heeft gestaan.
Abacus and Sword heeft een sobere ingehouden stijl die doet denken aan het werk van Yasujiro Ozu. Ook in thematiek zijn er overeenkomsten: generatieconflicten, volwassenwording en de spanning tussen traditie en vernieuwing zijn ook hier aanwezig. Door de nadruk op financiële gematigdheid past de film echter ook naadloos in de economische crisis waarin we ons nu bevinden. Het personage van Naoyuki is universeel, maar waar hij in de negentiende eeuw vooral ijverig was zou hij nu getypeerd worden als een nerd.
Robotwetten en vooroordelen
Time of Eve (Ibu no jikan gekijoban)
Yoshiura Yasuhiro • 2010
Mensen en androïden zijn gelijk, op papier dan. In de praktijk niet en daarom is er een café waar ieder zichzelf kan zijn. Maar de vooroordelen jegens de ander blijken hardnekkig. Uitgaand van de drie robotwetten van Isaac Asimov is dit een origineel uitgangspunt voor een meer filosofisch getinte anime, maar de film is vooral saai en richtingloos. Nergens weten de makers de inherente ethische en morele strijdpunten tussen de groepen expliciet te maken. Door de voorzichtige aanpak is Time of Eve vooral saai en dat kan vast niet de bedoeling geweest zijn.
Koloniaal drama
Rail Truck (Torokko)
Hirofumi Kawaguchi • 2011
Na dood van vader gaat moeder met twee jonge kinderen hun familie opzoeken in Taiwan. Ze verwijt zichzelf dat ze niet eerder is geweest, een gevolg van de fysieke maar ook geestelijke afstand tussen het Japanse vaderland en het door China ingelijfde eiland. De kinderen hebben het moeilijk in het afgelegen dorp maar vormen ook een brug tussen de volwassenen. Rail Truck snijdt een origineel thema aan met de gevolgen van de koloniale overheersing door Japan. Jammer van de al te aanwezige muziek, waardoor de film sentimenteel wordt waar dat niet nodig is — een euvel waar meer moderne Japanse films aan lijden.
Somber beeld
The Sun’s Burial (Taiyo no hakaba)
Nagisa Oshima • 1960
Deze vroege film van sterregisseur Nagisa Oshima is een prachtig rauwe en in kleur geschoten drama over verschoppelingen die het in de sloppen van het naoorlogse Osaka moeten redden. Verraad, verkrachting en moord zijn alom aanwezig en Oshima schetst een somber beeld van een generatie die ten onder gaat in de dagelijkse strijd om het bestaan. Net als de zon die gedurende de film steeds lager aan de horizon daalt, lijken de mensen hier gedoemd tot mislukking. Door de zeer aanwezige soundtrack doet de film toch sterk poëtisch aan, wat contrasteert met de vaak grimmige beelden en emoties.
Lont in het kruitvat
Endless Desire (Hateshinaki yokubo)
Shohei Imamura • 1958
Net als Oshima Nagisa bleken de films van Imamura Shohei te controversieel voor de grote Japanse studio’s. Beiden richtten zich op de oerdriften van de mens en de lagere echelons van de Japanse samenleving — thema’s die moeilijk lagen en waarin de studio’s geen brood zagen. Imamura begon als assistent van Yasujiro Ozu maar toen hij zich meer bewust werd van zijn interesses koos hij voor een andere werkomgeving. In Endless Desire, een van de vier opdrachtfilms die hij eind jaren vijftig maakte voor Nikkatsu, toont hij hoe de zucht naar rijkdom corrumpeert. Een groep halfslachtige criminelen graaft een tunnel naar een slagerij waaronder een uit de oorlog stammende schat verborgen ligt. Een ambitieuze vrouw dient als lont in het kruitvat van hebzucht, jaloezie en lust. De film doet qua thematiek erg denken aan John Hustons Treasure of the Sierra Madre, maar biedt meer ruimte voor (zwarte) humor. Imamura raakt echter de balans af en toe wat kwijt en met die humor had het wel minder gekund. Alsof hij niet durfde te kiezen voor een echt donkere kijk op zijn personages.