Het einde van Chuck bespoedigt het begin van Saul. Ofwel, langzaamaan ontvouwen de contouren zich van de louche advocaat die de makers van Breaking Bad zo inspireerde dat hij zijn eigen serie kreeg. Jimmy McGill is eind vorig seizoen zijn licentie kwijtgeraakt, na een conflict met broer Chuck. Hij moet zich zien te redden met losse baantjes en moet ook zijn verplichte community service doen. Dat traject blijkt ook een ideaal vehikel voor de deals en smooth talk waarin ‘slippin jimmy’ zo goed is.
Vriendin Kim heeft een eigen goed lopende praktijk maar het hellend vlak waarop Jimmy zich constant begeeft, oefent ook op haar een grote aantrekkingskracht uit. Toch is er ook een verschil. Als het er echt op aan komt dan blijft Kim aan de goede kant, terwijl Jimmy zonder aarzelen oversteekt naar de dark side. Het is een pad dat zich al in het eerste seizoen aan diende, maar juist die onvermijdelijkheid maakt Better Call Saul zo’n toffe serie. De weg die Gustavo Fring en zijn klusjesman Mike Ehrmantraut afleggen, komt daar nog bij. Subtiel wijzen de makers vooruit naar de rollen die beiden later zullen spelen in Breaking Bad.