Het feit dat Gary Cooper als wetenschapper altijd aan zijn werk denkt en al gaat wankelen bij de gedachte dat hij een vrouw aan moet spreken, was al in 1941 ouderwets. Toch weet Howard Hawks met dat gegeven een heerlijke film te maken die 70 jaar later nog steeds prima te genieten is.
Professor Bertram Potts (Cooper) is een van de acht in een team van wetenschappers dat werkt aan een allesomvattende encyclopedie. De mannen zijn al op leeftijd, op Potts na, en vrijgezel. Uiteraard. Als nachtclubzangeres Barbara Stanwyck (met de onweerstaanbare naam Sugarpuss O’Shea) bij de mannen intrekt, op de vlucht voor de maffia, kun je voorspellen hoe dit gaat lopen. De oude mannen vallen als een blok voor haar en leren om niet altijd met hun neus in de boeken te zitten. Potts verzet zich tegen haar inbreng maar blijkt uiteindelijk degene die er met de buit vandoor gaat. Niet voordat het groepje op eigenzinnige wijze hun tegenstanders om de tuin heeft geleid.
Ball of Fire is minder bekend dan Hawks’ classics Bringing Up Baby (1938) en His Girl Friday (1940) maar verdient een plek naast deze giganten van het screwballgenre. Ball of Fire is trager maar vaak net zo grappig. Cooper is sterk als de stuntelende professor en hij is omringd door prachtig gecaste bijrollen. De ster is Stanwyck die in haar glitterjurk en met haar bijdehante opmerkingen voortdurend de show steelt. Naar een script van Billy Wilder (vlak voordat die zijn eerste film zou regisseren) en Charles Brackett, camerawerk van Gregg Toland (Citizen Kane) en een gastoptreden van drumgod Gene Krupa, is dit opnieuw een topper in het indrukwekkende oeuvre van kameleon Howard Hawks.