Na het uiteenvallen van zijn clan arriveert de ronin Hanshiro Tsugumo bij het landhuis van daimyo Lyi. Hij smeekt zijn clanhoofd Saito om op de binnenplaats seppuku (rituele zelfmoord) te mogen plegen, maar deze verdenkt hem ervan op zoek te zijn naar liefdadigheid. Tsugomo lijkt echter vastbesloten, maar wil eerst zijn levensverhaal vertellen. Masaki Kobayashi’s Harakiri (1962) is een keiharde aanklacht tegen autoritaire machtsstructuren en tegen een door archaïsche erecodes beheerste samenleving.

Tijdens het Tokugawa-shogunaat (1630-1867) werd Japan geregeerd door daimyo’s, feodale heersers die weer onder controle stonden van het centrale shogunaat in Edo. Daimyo’s hadden samoerai in dienst, strijders die volgens een strikte erecode (bushido) leefden en met handen en voeten gebonden waren aan hun meesters. Zolang die onderling oorlogen uitvochten was er werk voor ze, maar onder het Tokugawa-shogunaat brak er een lange periode van relatieve vrede aan. Als gevolg daarvan werden vele samoerai ontslagen. Ze werden ronin, krijgers zonder privileges en zonder meester, de structuur van oorlog en hun daimyo. Velen raakten zo van slag dat ze bij clanhuizen langsgingen en de heerser smeekten om onder diens ogen seppuku te plegen, om op die manier toch eervol te sterven. Bij seppuku snijdt de samoerai zijn buik kruiselings open, zittend op een maagdelijk witte ondergrond, waarna een secondant zijn hoofd afslaat.

Een zwaard van bamboe

In drie flashbacks wordt het verhaal uit de doeken gedaan, beginnend met clanhoofd Saito die vertelt over Motome Chijiiwa. Een paar maanden voor Tsugumo (Tatsuya Nakadai) met zijn plan kwam arriveerde Chijiiwa bij het huis met hetzelfde idee. Hij bleek het echter niet door te willen zetten maar was wanhopig op zoek naar geld om zijn doodzieke kind te helpen. De Lyi-clan dwong hem echter tot zijn daad over te gaan, zelfs toen bleek dat Chijiiwa geen echt zwaard meer had maar een van bamboe. Uit het verhaal van Tsugumo, knielend op de binnenplaats waar eerder Chijiiwa zat en eveneens omringd door Lyi’s mannen, wordt langzaam zijn relatie tot Chijiiwa duidelijk en de beweegredenen voor zijn komst.


De voortdurende wisseling van heden en verleden creëert een Droste-effect dat het eenvoudige plot veel diepgang verleent. Kobayashi bouwt de spanning op door in de segmenten steeds net voldoende informatie te geven, zodat er een idee ontstaat waar het verhaal heen zal gaan, maar waarbij de kijker toch op het verkeerde been gezet wordt door zijn eigen vooroordelen. Wat de structuur zo boeiend maakt is de wisseling in die spanningsopbouw: de ene keer wordt die in het heden opgebouwd en in het verleden weer afgebroken, de andere keer is het precies andersom. Dit aanhalen en laten vieren van de spanningslijn levert thrillerachtige momenten op, ondanks het feit dat er tot aan de eindclimax nauwelijks actie is.

De geometrische sets, de zeer zorgvuldige framing van de personages en de lineaire trackingshots ondersteunen de kritiek op het rigide klasseysteem. De smalle gangen en de vele hoeken waarlangs Kobayashi zijn camera beweegt vormen een krachtige metafoor voor de druk waaronder de personages leven. De omsingeling van Tsugumo door de clanleden, waarbij die als schaakstukken verdeeld zijn over de binnenplaats, onderstreept hun superieure positie ten aanzien van de rechteloze ronin. De camera is veelal gericht op de bewegingloze Tsugomo, die letterlijk en figuurlijk geen kant op kan. Door middel van ingenieuze dolly- en zoomshots illustreert Kobayashi Tsugomo’s pogingen om aan de druk van het systeem te ontsnappen.

Blinde gehoorzaamheid

Kobayashi had zijn antimilitarisme eerder al voortreffelijk geïllustreerd in The Human Condition, en in Harakiri stelt hij de waanzin van oorlog opnieuw aan de kaak. Ook hier speelt geweld een centrale rol en is het wederom vooral psychologisch van aard. Tatsuya Nakadai (die ook de hoofdrol speelde in The Human Condition) weet ondanks zijn statische positie alle emotie over te brengen die hoort bij het aangrijpende verhaal dat hij vertelt. Een verkeerde beweging en hij bevindt zich in een strijd om leven en dood tegen een overmacht aan samoerai. Sensatie is daardoor ver te zoeken, maar spanning des te meer. Harakiri is een weergaloze aanklacht tegen uit de Tokugawa-periode geërfde erecodes die in de Japanse samenleving in de twintigste eeuw nog steeds hun invloed doen gelden. Een archaïsche maatschappij die beheerst wordt door rituelen, chauvinisme, en blinde gehoorzaamheid, die nauwelijks veranderd is sinds Japans twijfelachtige rol in de Tweede Wereldoorlog en waar Kobayashi hard tegenaan schopt.