Op een dag kreeg regisseur Marcos Jorge van schrijver Lusa Silvestre enkele van diens ongepubliceerde korte verhalen toegezonden, die allemaal rond eten draaiden. Het verhaal getiteld Presos pelo estômago, (Gevangen door de maag) over een man die in de gevangenis het respect van zijn celgenoten verdient door voor hen te koken, beviel hem onmiddellijk. Maar het verhaal was te kort om er een scenario voor een lange speelfilm van te maken en daarom verzonnen ze samen een tweede verhaallijn. Het resultaat van die samenwerking is een heerlijke fabel over macht, seks en vooral eten.

Raimundo Nonato (João Miguel) stapt in Sao Paulo uit een bus, zwerft wat rond en belandt hongerig in de snackbar van Zulmiro. Die zet hem direct aan het werk, want een goedkope kracht is altijd handig. Al snel wordt duidelijk dat Nonato een groot kooktalent is, en zijn snacks trekken flink de aandacht. Zo ook die van de plaatselijke prostituee Iria, en de restauranteigenaar Giovanni. Deze laatste verleidt Nonato bij hem in dienst te komen, en zo klimt hij een treedje op de carrièreladder. In een parallelle vertelling wordt Nonato’s verdere leven uit de doeken gedaan. Hij zit in de gevangenis, en ook hier moet hij onderaan beginnen. En ook nu blijken zijn kookkunsten deuren te openen.

Een krachtig afrodisiacum

Nonato is aanvankelijk een verlegen en naïef man, maar door zijn kookkunsten stijgen zijn zelfvertrouwen en trots en hij leert dat macht (net als eten) een krachtig afrodisiacum is. Estômago is een ambitieuze maar heerlijke fabel over macht, seks en vooral eten. De film moet het niet hebben van een vernieuwende cameravoering of een verrassend plot, en ondanks de parallelle structuur is het verhaal soms voorspelbaar te noemen. Regisseur Marcos Jorge moet alle zeilen bijzetten om de avonturen van Nonato gedurende de lange speelduur boeiend te houden, maar hij slaagt daar uiteindelijk wel in. De drijvende kracht daarbij is het eten. De gerechten die Nonato bereidt, in de diverse keukens waarin hij belandt en in de basale gevangenisomgeving, worden steeds met de grootst mogelijke sensualiteit in beeld gebracht, zonder dat het vervalt in voedselporno. En de manier waarop Iria zich op zijn coxinhas enpastéis werpt kan niet anders dan schaamteloos genoemd worden. In Estômago is eten een oerdrift die te vergelijken is met seks, iets dat in de relatie tussen Iria en Nonato prachtig gespiegeld wordt.

João Miguel zet overtuigend de overgang neer van nederig naar ambitieus, naïef naar alwetend, afwachtend naar assertief. Hij is moeilijk te doorgronden en dat maakt het kijken naar zijn darwinistische tocht tot een fascinerende ervaring. Marcos Jorge laat zien dat het succes dat Nonato behaalt zijn tol eist: Nonato werkt zich dankzij zijn kookkunsten op in de rangorde, maar dat gaat wel ten koste van zijn menszijn. In die zin is het onderwerp slechts een willekeurig gekozen metafoor voor de keerzijde die het behalen van (maatschappelijk) succes ook kan hebben. Dat weerhoudt Jorge er niet van een dik tapijt van cinefiele verwijzingen te weven. Uiteraard naar andere films over eten (zoals TampopoBella MarthaBabette’s Feast en La Grande Bouffe), maar via Iria ook naar de vrouwen in de films van Fellini, en met de muziek naar het werk van Sergio Leone en Ennio Morricone. Maar ook zonder deze referenties te herkennen valt er genoeg te ontdekken, en wellicht te leren, in dit filmbuffet.