4/5 

Dat Paul Verhoeven zowel succes in Nederland als in de VS gehad heeft, is alom bekend. Maar dat zijn oversteek naar Hollywood niet geheel vrijwillig gebeurde niet. De regisseur had begin jaren tachtig genoeg van alle kritiek op zijn thematiek en stijl. De ontvangst van Spetters vormde daarin het dieptepunt.

Hoewel Verhoeven al in de jaren zeventig de meest succesvolle Nederlandse regisseur was, was de inhoudelijke kritiek op zijn films altijd sterk aanwezig. Zowel van de filmjournalisten, als van de overige pers en vrijwel alle officiële filminstanties. Het leek er zelfs op dat naarmate er meer bezoekers op zijn films afkwamen, de kritiek toenam.

In het filmklimaat in die tijd stond artistieke vrijheid en intellectuele diepgang voorop. Los van de commerciële potentie van het script. De botte bijl van Verhoeven, met zijn obsessie voor seks en geweld, stak daar schril bij af. Maar het publiek lustte er wel pap van.

De Nederlandse film beleefde hoogtijdagen in de jaren zeventig. Vooral doordat ze seksueel expliciet waren. Dat begon in het succesjaar 1971 met het debuut van Verhoeven (Wat zien ik?), Myra van Fons Rademakers en Blue movie van Wim Verstappen. Allemaal erotisch geladen films, allemaal kassuccessen. Voor Verhoeven was daarmee de koers gezet. Ook zijn volgende films (Turks Fruit, Keetje Tippel en Soldaat van Oranje) bevatten een flinke dosis seks en trokken veel bezoekers. In zijn slipstream volgden vele sterke regisseurs, die – hoewel minder mainstream en wellicht minder getalenteerd – ook grote successen beleefden. Maar niemand kon tippen aan enfant terrible Verhoeven, zowel qua publieksbereik als de mate waarin hij controversieel was.

Razernij en verbijstering

Toen de regisseur, zijn vaste scenarist Gerard Soeteman en hun nieuwe producent Joop van den Ende met hun plannen voor Spetters aankwamen bij het Productiefonds voor een subsidieaanvraag, verwachtten ze dan ook wel wat krediet. Maar dat viel tegen. De adviseurs waren unaniem tegen en vonden het scenario smakeloos, oppervlakkig en clichématig. ‘Vuiligheid met een hoer in de hoofdrol’, volgens voorzitter Anton Koolhaas. De drie verlieten verbijsterd, maar ook razend de burelen en bezonnen zich op nieuwe stappen. Het verhaal gaat dat er toen een aangepast scenario is gemaakt dat op vele punten minder expliciet is, dat dit is goedgekeurd (zij het nog steeds met tegenzin) en dat Verhoeven vervolgens zijn film gemaakt heeft. Let wel: op basis van het eerste script. Verhoeven zegt zelf dat hij slechts een apologie en wat voetnoten heeft toegevoegd die voor goedkeuring hebben gezorgd. In elk geval kon hij aan de slag.

Al bij Verhoevens debuut Wat zien ik? slepen de Nederlandse filmcritici hun messen. De uitgesproken en onverbloemde stijl van de regisseur ging recht in tegen wat ze gewend waren van landgenoten, die vaak intellectuele en bedaagde films maakten. Verhoeven was veel te commercieel en dat was een woord dat in de jaren zeventig nog echt vies was. Desondanks kreeg Verhoeven wel wat respect vanwege zijn vakmanschap en zijn publieksbereik. Maar bij Spetters bleek al dat krediet verdampt.

Pers en NASA ’80 versus het publiek

Op 26 februari 1980 krijgt een buslading journalisten de film te zien in Rotterdam (nota bene tijdens het IFFR, het mekka voor de intellectuele film). Na afloop volgt een gesprek met regisseur en scenarist. Dat verliep nog vrij rustig, maar als de recensies een aantal dagen later verschijnen, zijn die vrijwel allemaal negatief. Waarbij de grote lijn toch wel is dat niemand van de scribenten ook maar enige affiniteit met het onderwerp kan opbrengen. Waar de makers een portret zagen van opgroeiende plattelandsjongeren die bezig zijn met geld, seks en vechten voor een toekomst, bekeek de kritiek Maassluis en omgeving (waar het verhaal zich afspeelt) alsof het andere planeet is.

Dit was blijkbaar het moment dat Verhoeven en Soeteman nu eens echt de waarheid verteld moest worden. Het verzet kwam niet alleen van de pers. Er werd een heuse actiegroep opgericht: NASA ’80 (Nederlandse Anti-Spetters Actie), waarin ‘verontruste vrouwen, leden van politieke partijen en homoseksuelen’ zich verweerden tegen het geweld, de vrouwonvriendelijkheden, het rolbevestigende aspect van de film en tegen de behandeling van homoseksuelen. Het publiek trok zich ondertussen niets aan van de reacties. Het trok massaal naar de zalen voor een moderne film die ze een spiegel voorhield, waarin te zien was dat de jaren zeventig echt voorbij waren en dat het weer ging om verder komen in het leven, tegen alle klippen op.

Zoals bij vrijwel elke film van Verhoeven is zijn gebruik van seks een conflictpunt met de pers. Meermaals werd hij beschuldigd van provocatie en effectbejag. Bij Spetters sloegen de morele stoppen pas echt door: ‘ongegeneerde seksuele exhibities die in hun gedurfdheid nog door hun smakeloosheid worden overtroffen’ (Trouw), ‘een opvallende fallische fixatie’ (NRC Handelsblad), ‘Gerard Soeteman is een handelaar in seksuele aberraties’ en ‘Spetters is een diepzwarte poel voor personen wier geestelijke groei na drie jaar is opgehouden’ (De Volkskrant), ‘pioniers op het terrein van de officieel geaccepteerde pornofilm’ (De Groene Amsterdammer). Terugkijkend valt inderdaad op hoe vrijmoedig de seksscènes zijn, maar wat vooral duidelijk wordt is hoe eerlijk en grappig ze zijn en hoe creatief Verhoeven en Soeteman waren in het verzinnen van metaforen en alternatieven voor de daad zelf. De jongens maken voortdurend seksueel getinte toespelingen, maar die zijn vooral illustratief voor hun eigen onervarenheid. En als er dan eens echt gevreeën wordt, is die seks vooral onbeholpen of wordt ze, bij een plots geconstateerde ongesteldheid, slechts gesimuleerd.

Drie prinsen en een prinses

Spetters is te zien als een modern sprookje waarin drie prinsen (Rien, Eef en Hans) vechten om de hand van een prinses (Fientje). De prinsen rijden in dit geval op motoren in plaats van paarden en de prinses woont niet in een kasteel maar in een patatkraam. De drie zijn te herkennen aan hun kleuren. Rien in het wit, de held met goud in zijn handen. Eef in het zwart, die door zijn agressie en verborgen geaardheid als de duivel gezien kan worden. Zijn hardhandige bekering (een nog steeds schokkende, maar ook ongeloofwaardige scène) en de manier waarop homo’s in Spetters worden gestigmatiseerd en belachelijk gemaakt kwam Verhoeven op veel kritiek vanuit de homobeweging te staan. En Hans in het geel, de niet al te dappere, maar wel grappige overlever die uiteindelijk aan het langste eind trekt. Hans is de grote liefde van Fientje, maar als het noodlot hem treft laat ze hem als een baksteen vallen voor Eef. Als die andere interesses blijkt te hebben neemt ze genoegen met Hans. Geen romantisch scenario en Verhoeven en Soeteman zijn dan ook weggezet als cynici die de mens beschouwen als een opportunistisch wezen dat slechts voor eigen gewin gaat. Maar juist in het genoegen nemen met, de keuze voor wat realistisch is en het afstand doen van idealen weet Spetters te raken en te spiegelen. Ook nu nog.

Ruim dertig jaar geleden schetste Spetters een portret van een onaangenaam en intolerant land, waar conflicten schering en inslag zijn, maar de mantel der liefde druk wordt gehanteerd. Homoseksuelen worden in elkaar geslagen, mensen gebruiken seks om verder te komen in het leven, onder het mom van religie worden mensen buitengesloten of juist ingekapseld, en als de nood aan de man is, denkt iedereen aan zichzelf. Dat was waar in 1980, hoewel weinig officiële instanties dat wilden toegeven, en dat is in 2012 nog steeds zo. Niettemin is het een land waar het fijn opgroeien is. Omdat iedereen hier kansen krijgt. Rien, Eef, Hans en Fientje probeerden die te grijpen met de middelen die ze daarvoor hadden.

Leerzaam maar vooral onderhoudend

Spetters gaat nu in een rerelease draaien, in een land dat op veel fronten enorm veranderd is. Maar de kern van de film blijft recht overeind. Een vet aangezet, maar sociologisch verantwoord portret van een groep jongeren in een plattelandsgemeente, waaruit lessen te trekken zijn, maar die vooral enorm onderhoudend is. De film werkt nu zelfs beter, omdat de seksualiteit nu met veel meer relativering bekeken kan worden zodat er ruimte ontstaat voor die diepere blik. Gaat dat (her)zien!

Dit stuk verscheen eerder op 8WEEKLY