2.5/5 

Het basisidee van Hadewijch is sterk: creëer een moderne versie van de gelijknamige middeleeuwse dichteres en mystica, waarin het personage haar liefde voor God wil uiten in een wereld die daar geen ruimte voor biedt.

Studente theologie Céline wordt uit het klooster gezet omdat haar gehechtheid aan Hem alle redelijke grenzen te boven gaat. In de buitenwereld gaat ze vervolgens op zoek naar de vervolmaking en consumering van die liefde. Als dochter van een minister ontbreekt het haar niet aan mogelijkheden, maar zoals het een jongere betaamt, zet ze zich af tegen haar ouders, zij het op een heel andere manier dan die verwacht hadden. Ze leert Yassine kennen, die door zijn afkomst en geloof een tegenpool is en juist daardoor interessant lijkt.

Als Céline Koranlessen gaat volgen bij Yassins broer Nassir, die in haar een verwante ziel ontdekt, snijdt de regisseur een interessant punt aan: in hoeverre is de liefde voor God tussen aanhangers van verschillende geloven met elkaar te vergelijken? De twee tasten elkaar af in de beleving van hun geloof en Nassir neemt Céline onder zijn hoede. Ze hangt weliswaar een ander geloof aan, maar haar fanatisme zou wel eens een goede voedingsbodem kunnen zijn voor een radicale stap. Een stap die in gaat tegen alles waarvoor ze is opgevoed en opgeleid.

Extremisme

Het is echter frustrerend dat regisseur Dumont niet verder komt dan zijn constatering dat de twee gelovige jongeren gevoelig zijn voor extremisme, en dat hij er in de plot ook niet meer uit komt. Hoewel Julie Sokolowski sterk is in de titelrol en ze een boeiende mengeling van naïviteit en fanatisme overbrengt, weet de rest van de cast minder te boeien. De subplot rond draaideurcrimineel David roept vooral vragen op en de teksten oplepelende en irrationeel handelende Yassine is niet meer dan irritant. Maar als Céline zijn avances blijft afwijzen (ze is immers al verliefd op God), doet hij wel een treffende uitspraak: ‘je bent helemaal gestoord!’. Hij heeft gelijk, maar Dumont weet dat hij met haar verder moet.

Hadewijch is een film om over na te praten, maar dan vooral omdat er vragen rijzen over wat Dumont precies wilde vertellen en wat er gebeurd is met zijn heldin. In zijn aardse en tegelijkertijd compromisloze en polariserende films hanteert de regisseur een aantal terugkerende thema’s: religie, zingeving, de voor jongeren zo kenmerkende rusteloosheid, hun zoektocht naar verse prikkels en de fascinatie van de mens voor geweld.

Freddy, de epileptische protagonist uit Dumonts debuut La vie de Jésus, is in zijn getergde gedrag een metafoor voor alle jongeren die geen grip krijgen op de wereld en iets zoeken waarmee ze zin kunnen geven aan hun bestaan. Céline is daar in veel opzichten een variant op en een tegenhanger van. Ze worstelt met vergelijkbare gevoelens maar kiest een andere weg. Dumont lijkt dus een thematische cirkel te willen sluiten, maar waar een kijker zich met de op een brommer rondscheurende Freddy wel kan identificeren, lukt dat niet met Céline. Hoewel alle thema’s uit Dumonts oeuvre weer opduiken, inclusief het lang uitgestelde geweld, krijgt hij er in Hadewijch geen grip op