Dexter Morgan (een zeer sterke Michael C. Hall, bekend van Six Feet Under) is de meest getalenteerde misdaadanalyticus bij de moordafdeling van de politie in Miami. Hij bestudeert het op de plaats delict achtergebleven bloed en zijn analyses van de spetterpatronen hebben al veel moordenaars de das omgedaan. Hij is goed met zijn zus Debra (Jennifer Carpenter), die graag rechercheur wil worden, is vrienden met zijn collega’s en zijn lieve vriendin Rita (Julie Benz) geeft hem een thuisfront. Een vriendelijke jongen die in alles normaal is. Zo lijkt het.

Dexter is echter een gedreven seriemoordenaar die vreselijk zijn best doet om normaal over te komen en tegelijkertijd te jagen op misdadigers die aan de klauwen van de wet dreigen te ontsnappen. Hij gebruikt zijn werkervaring om zijn daden te plegen en sporen te wissen en helpt zo de ene na de andere crimineel om zeep, zonder dat iemand hem ooit verdenkt. Dexter kan doen wat hij doet omdat hij geen gevoelens en geen geweten heeft. Zijn lach is vaak een gemaakte, en in zijn relaties probeert hij zoveel mogelijk zijn affectie te faken. Met succes. Maar het is een constante strijd om de balans tussen zijn ‘externe’ Dexter en zijn innerlijke zelf te handhaven. Als er een seriemoordenaar opduikt die nog beter lijkt dan hemzelf raakt Dexter gefascineerd en jaloers tegelijk.

Politieseries zijn er in overvloed, maar een versie waarin de bad guy de held is, was er nog niet. Dit omdraaien van de rollen en de gevolgen die dat heeft voor de identificatie van de kijker is een briljante zet. Psychopaten zijn niet de meest voor de hand liggende rolmodellen. Hun gebrek aan emoties en de ongrijpbaarheid van hun motivaties werpen een flinke barrière op. Ook zijn de meeste kijkers zelf waarschijnlijk nooit tot een moord gekomen. Toch wordt er een band gecreëerd tussen kijker en Dexter als hij al struikelend leert over menselijke interactie. Soms weet hij exact hoe te reageren, soms is hij als een kind dat niet weet dat teleurstelling tot verdriet en dus huilen kan lijden. Al deze kleine situaties, waarin Dexter zoekt naar handvatten die voor ‘normale’ mensen zo voor de hand liggend zijn, vormen het hart van de serie. Iedereen belandt immers wel eens in een vorm van menselijk contact waarin dat handvat er toch niet blijkt te zijn. Als kijker ben je de hele serie bezig om Dexter aan te moedigen, om vrienden te maken, zijn relatie goed te houden en zelfs om af en toe iemand over de kling te jagen die het echt verdient. De op papier onmogelijke opdracht om je met die psychopathische seriemoordenaar te identificeren slaagt met glans.