Een toekomst voor Myanmar

De protesten tegen de lage lonen in Myanmar hebben iets opgeleverd: in september 2015 kwam er een minimumloon van 83 dollar per maand. Het is echter het laagste minimumloon van alle kledingproducerende landen, op dat van Bangladesh (68 dollar) na. Hoewel dit een belangrijk ijkpunt is voor het land is het nog niet genoeg om van rond te komen.
De kledingindustrie in Myanmar groeit flink dankzij investeringen van internationale merken. De fabrieksarbeiders werken echter in zware omstandigheden. Ondanks werkdagen van 11 uur en werkweken van 6 dagen, blijven ze gevangen in armoede. Na tientallen jaren in een isolement verkeerd te hebben, gooit het land zijn grenzen open. Voor de bedrijven die daarop afkomen is dit niet alleen een kans om geld te verdienen. Nu is het moment om de rechten van de werknemers veilig te stellen en te zorgen voor een inkomen waarmee ze zichzelf en hun familie een normaal bestaan kunnen geven.

De fabrieksarbeidster

Dit is Ei Yin Mon, een arbeidster in Yangon. Ze is 21 en werkt 60 uur per week als strijkster in een kledingfabriek.

Ze vertrok naar Yangon nadat cycloon Nargis in 2008 haar eigen woonomgeving had verwoest. Ze wilde lerares worden, maar toen dat niet lukte kwam ze in de fabriek terecht. Met haar inkomsten ondersteunt ze haar familie.

Ze heeft al meerdere ongelukken meegemaakt in de fabriek, haar loon is laag en ze wordt voortdurend onder druk gezet om over te werken. Ook op zondag. Ze vindt dat de arbeiders als dieren worden behandeld maar ze weet ook dat ze nauwelijks mogelijkheden hebben om in verzet te komen. Na vele jaren is ze nog steeds niet gewend aan de enorme werkdruk en het voortdurende geschreeuw waarmee de leiding het personeel belaagt.

Ei Yin Mon's doel is minder te gaan werken zonder dat haar loon minder wordt. Ze zou graag een naaicursus volgen zodat ze naast het werk in de fabriek iets voor zichzelf kan beginnen.

Ze is erg blij dat het onderzoeksteam haar mening vroeg. De arbeiders snakken naar steun en willen niets liever dan gehoord worden.

Wat is er aan de hand?

Werk maar toch gevangen in armoede

Myanmar is een goed voorbeeld van een land dat economisch groeit, maar waarvan de arbeidsbevolking niet profiteert van die groei. De realiteit voor veel van hen is dat ze gevangen zitten in armoede. Hoe hard ze ook werken, het zal niet lukken om te ontsnappen aan de cyclus van lage lonen, lange werkdagen, gevaarlijke werksomstandigheden en gebrek aan rechten. Die cyclus wordt in stand gehouden door een consumptiemaatschappij die kleding als wegwerpproduct ziet. Die consumptiemaatschappij verwoest het milieu en ontzegt de makers van die kleding de voordelen die de economische groei ze zou moeten bieden.

Voorbeelden van bedrijven die kleding afnemen uit Myanmar

Groot-Brittannie: Primark, Tesco, Arcadia Group (Topshop), Marks &Spencer, Matalan, N Brown Group, Next

Verenigde Staten Gap, PVH (Calvin Klein), JCPenney, Target US, Aerosoles, VF Victoria’s Secret

Spanje: Mango

Duitsland: Aldi, Tchibo, Adidas, Jack Wolfskin

Zweden: H&M

Japan: Uniqlo

Vertegenwoordigers van de internationale bedrijven die actief zijn in Myanmar hebben samen met de Myanmar Garment Manufacturers Association (MGMA) berekend dat de waarde van de kledingindustrie de komende 10 jaar zal groeien van 912 miljoen dollar in 2012 naar 8-10 miljard dollar in 2022. Tegen die tijd zullen er zo'n anderhalf miljoen mensen werken.

In juni en juli 2015 heeft Oxfam onderzoek gedaan onder personeel van kledingfabrieken in de regio rond Yangon. Daaruit bleek dat de arbeiders gemiddeld 98 dollar per maand (inclusief overwerk) verdienen. Daar kunnen ze echter niet basisbenodigdheden als voedsel, medicijnen en transport van betalen. Bijna de helft (43 procent) heeft schulden. Die zijn ontstaan omdat ze moesten lenen om voor deze basisbenodigheden te kunnen betalen. Op kleine schaal lukt het sommigen iets aan hun werkomstandigheden te verbeteren, maar over het algemeen wordt er nauwelijks naar ze geluisterd.

Veiligheid is een groot probleem. Meer dan een derde van de arbeiders is gewond geraakt tjdens het werk. Er is veel angst voor fabrieksbranden omdat uitgangen vaak zijn geblokkeerd.

Ook worden ze uitgescholden en toegeschreeuwd door de leiding, die op deze manier het tempo wil verhogen. Bijna een kwart werd verplicht om over te werken, soms zonder daarvoor betaald te krijgen. Ook moet er soms doorgewerkt worden tijdens de lunch of 's nachts om zo de productiedoelen te halen.

Deze slechte werkomstandigheden, het gebrek aan regelgeving, slechte handhaving en een minimum aan aandacht voor rechten van arbeiders vragen om een verantwoordelijke houding van internationale bedrijven.

Myammar staat op een keerpunt in haar geschiedenis. De regeringsleiders en zakelijke besluitvormers staan voor een keuze: of het land doet mee aan de lage-kostenstrijd, met alle gevolgen vandien voor de arbeidsbevolking, of ze leren van tragedies als die in Rana Plaza (Bangladesh) en de onrust die door slechte arbeidsomstandigheden is ontstaan in Cambodja en Indonesië, en ze geven het goede voorbeeld.

De kledingindustrie in Myanmar omvat inmiddels bijna 300 fabrieken. Daarin werken bijna 300.000 mensen, de meeste daarvan (90%) zijn vrouwen. De fabrieken staan vooral in de industriegebieden rond Yangon city, maar ook in Thilawa, Mandalay, Bago en Pathein.

Wat is er aan te doen?

Het Bruto Binnenlands Product (de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten) is hier gedeeld door het aantal inwoners. Zo ontstaat een genuanceerd beeld van de rijkdom in een land. De cijfers zijn van 2014.

In deze lijst staat Myanmar niet helemaal onderaan. Daar staan Afrikaanse landen als Burundi, Malawi, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Liberia. Buurlanden als Cambodja en Bangladesh hebben een BBP per inwoner dat dichtbij dat van Myanmar ligt.

In 2011 kwam een einde aan 49 jaar militaire dictatuur in het land. Sindsdien is ook het embargo op zaken doen in en met Myanmar opgeheven. De verwachting is dat het besteedbaar inkomen van de bevolking de komende jaren zal stijgen.

Oxfam heeft een lijst met aanbevelingen opgesteld voor internationale bedrijven en fabieken om de rechten van de kledingwerkers te beschermen zodat ze zichzelf en hun gezinnen uit de armoede kunnen trekken.

Aanbevelingen

Voor internationale inkoopbedrijven:

  • Publiceer locaties van toeleveringsbedrijven zodat onafhankelijke monitoring van werkomstandigheden mogelijk wordt;
  • Ondersteun leveranciers bij het geven van trainingen en informatie aan arbeiders;
  • Laat leveranciers bij de prijsonderhandelingen wettelijke lonen betalen die hoger zijn dan het minimumloon;
  • Beperk overuren van arbeiders zoveel mogelijk;
  • Ga lange-termijnrelaties met leveranciers aan zodat die hun arbeiders perspectief kunnen bieden;
  • Vermijd korte-termijncontracten met leveranciers zoveel mogelijk.

Voor producenten en toeleveringsbedrijven:

  • Erken het recht op het bestaan van vakbonden en op dat van gezamenlijke prijsonderhandelingen (ook voor de fabriek als geheel);
  • Geef regelmatig trainingen voor arbeiders over hun gezondheid, brand- en electriciteitsgevaar en het vormen van gezondheids- en gevarencomités waarin zowel vrouwen als mannen zitten;
  • Maak anonieme klachtenprocedures over gevaarlijke omstandigheden mogelijk en laat het management hierover onafhankelijk terugkoppelen;
  • Introduceer toegankelijke, effectieve en efficiënte mechanismes waarmee klachten van arbeiders behandeld worden.

Teken de petitie

Naam *

E-mail *

Naam

Ik teken de petitie

Ik blijf graag op de hoogte van andere Oxfam campagnes

Zeg nee tegen kleding als wegwerpproduct

Bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen maar consumenten moeten dat ook. Bent u het met ons eens dat kleding geen wegwerpproduct zou moeten zijn? En vindt u ook dat u zelf een rol kunt spelen in het verbeteren van de arbeidsomstandigheden door bewuster om te gaan met kleding? Teken dan de petitie en download de poster. Uw bijdrage publiceren we op onze website en de poster kunt u voor het raam hangen.

Download de poster

Kleding is geen wegwerp product!

Colofon

Dit is een productie van Oxfam Novib in samenwerking met het Cooperative Committee of Trade Unions (CCTU), Action Labor Rights (ALR), 88 Generation en Labour Rights Defenders & Promoters (LRDP).

Fotografie door Kaung Htet, prijswinnend fotograaf van de Myanmar Times. In opdracht van Oxfam Novib heeft hij deze serie gemaakt in Yangon City en omgeving in november 2015.

Ontwerp en bouw: Erik Kersten.