Op filmfestival Imagine heb ik inleidingen gehouden bij Embers en Synchronicity. Die stonden geprogrammeerd bij een verzamelonderdeel met postapocalyptische films. Voor Embers heb ik het verhaal uit het hoofd gedaan maar voor de tweede heb ik het toch uitgeschreven.

Films maken kost veel geld en dat geldt zeker voor science fiction. Soms ontsnapt een filmmaker aan die ijzeren wet en weet met een bescheiden budget toch een film af te leveren die eer weet aan te doen aan SF elementen als virtual reality, dystopie, tijdreizen en ‘niet van deze wereld zijn’. Maar dan moet je basisidee ook heel sterk zijn. Twee mooie voorbeelden die dat wisten te bewerkstelligen, waren Alex Garland’s Ex Machina en Jonathan Glazer’s Under the Skin. Deze SF films draaiden met succes in de zalen en wisten respect af te dwingen bij critici. En dat terwijl Garland maar 15 miljoen en Glazer maar 13 miljoen dollar tot zijn beschikking had.

Garland situeerde zijn robot versus creator film in een ondergronds lab en woonhuis en kon daarom filmen in een studio. Voor de buitenscenes koos hij een bestaand gebouw dat er toevallig heel spectaculair uit ziet: het Juvet hotel in Valldalen, Noorwegen. Glazer werkte met zorgvuldig gescoute locaties in Schotland die hij combineerde met een set waar Scarlett Johansson haar slachtoffers in een zwarte glazen doos liet verdwijnen. Regisseur Jacob Gentry moest het voor Synchronicity met nog veel minder doen maar toch kiest hij voor een aanpak die een stuk ambitieuzer is dan die van Garland en Glazer.

De film kwam uit in 2015 maar het had net zo goed 1982 kunnen zijn. Waarom? In die tijd verschenen twee films in de bioscoop die vooruit lijken te wijzen naar Gentry’s film. De eerste is Scanners, de film van David Cronenberg waarin exploderende hoofden als bizar element figureren in wat verder vooral een thriller is. De scanner die boos is op de wereld en zijn paranormale kwaliteiten op vreselijke wijze wil misbruiken is Daryl Revok, gespeeld door Michael Ironside. Ironside is een acteur die met zijn stoïcijnse uitstraling en optredens in Scanners, de serie V en in Paul Verhoeven’s Total Recall voortdurend een grote dreiging uit weet te stralen. Dat zag Jacob Gentry ook en in een mooi staaltje typecasting sleurt hij Ironside weer voor de camera en laat hem in Synchronicity de keiharde geldschieter Klaus Meisner spelen. Maar Scanners en Daryl Revok zijn slechts kleine inspiraties vergeleken met die andere grote invloed: Blade Runner.

In alles lijkt Synchronicity een ode aan het meesterwerk van Ridley Scott. Van diens bron, het boek Do Androids Dream of Electric Sheep van Philip K Dick, tot de gigantische dystopische stadslandschappen die Scott voor zijn film wist te creëren. Hoewel je als kijker direct de visuele stijl van Blade Runner herkent, is de stille aanwezigheid van Dick minstens net zo interessant. Synchronicity had geschreven kunnen zijn door de fameuze SF-auteur wiens werken zoveel filmmakers hebben geïnspireerd. Lang niet altijd tot Dicks tevredenheid overigens. Een belangrijk element in zijn boeken ontbreekt namelijk vaak: satire. De werelden die hij schept zijn vaak bizar maar ook voorzien van een dosis zwarte humor. De gedachte-experimenten die hij presenteert, van robots die existentiële vragen gaan stellen tot het voortdurend in elkaar overlopen van fantasie en realiteit, vragen daar ook om. Ridley Scott liet die satire achterwege maar omdat hij zijn post-apocalyptische wereld met zoveel kracht en overtuiging weet te brengen, mis je dat als kijker niet. Paul Verhoeven wentelt zich juist in zwarte humor in Total Recall, zijn verfilming van Dick’s verhaal We Can Remember It For You Wholesale. Daarin castte hij Michael Ironside als Richter, de puinruimer van grote baas Cohaagen. De stoicijnse kop van Ironside en diens nietsontziende aanpak, dragen flink bij aan het met overtuiging brengen van die satire. Zo maakt Ironside zelf de cirkel naar Synchronicity weer rond.

Het grootste deel van de film is geschoten in downtown Atlanta. Een bewuste keuze omdat daar veel gebouwen staan uit begin jaren 80 die die typische hoekige esthetiek hebben. Door de gebouwen te combineren met donkere ruimtes, tegenlichtshots en veel strijklicht weet de film op overtuigende wijze een Blade Runner sfeer neer te zetten. Ook in het gebruik van props is het een jaren tachtig film: videoschermen, desktopcomputers met grote hoekige monitors, ouderwetse mobiele telefoons. Gentry lijkt zich prettiger te voelen in een periode waaraan ook veel genreliefhebbers fijne herinneringen hebben. Het was een vruchtbaar decennium voor science fiction, beginnend en eindigend met twee geslaagde Philip K Dick verfilmingen. Synchronicity’s soundtrack voegt zich naadloos in dit decennium. Wat Vangelis deed voor Blade Runner of Tangerine Dream met hun filmscores voor Michael Mann, weet componist Ben Lovett voor Synchronicity te bereiken. Overigens is niet alleen Tangerine Dream een Michael Mann referentie. De signatuur van Mann uit films als Thief, Manhunter en Collateral, waarin hij eenzame protagonisten in nachtelijke stadslandschappen laat dwalen, dringt zich in Gentry’s film duidelijk op.

Net als Blade Runner grijpt Synchronicity ook terug naar een ander hoogtepunt in de Hollywoodcinema: de film noir van de jaren 40. Ridley Scott gebruikte noir elementen als de mysterieuze vrouw (de android Rachel) en een sterk licht-donkercontrast in een retrofuturistische wereld. Jacob Gentry doet hetzelfde. Zijn femme fatale heet Abby en ze is minstens zo mysterieus als Sean Young’s Rachel. Gentry gooit er zelfs een Macguffin in die je met recht een noir verwijzing kan noemen: een dahlia. Niet uit het verleden maar uit de toekomst.

Uit de toekomst?

Synchronicity is geen absolute hommage aan Blade Runner, want met het verhaal gooit Gentry het over een heel andere boeg. Hij maakte namelijk een tijdreisfilm. In dat soort films moet altijd veel uitgelegd worden. In Synchronicity ook en daar moet je even doorheen. Van het ‘benden van space and time continuum‘ tot het maken van een wormhole. Het eerste halfuur is een en al jargon. Dat er veel uitgelegd moet worden en dat je als kijker vaak de draad kwijt raakt, weerhoudt veel filmmakers er trouwens niet van hun eigen tijdreisfilm te maken. Een film maken heeft sowieso al iets dictatoriaals en als je dan ook nog eens de wetten van tijd en ruimte naar je hand kan zetten? Jacob Gentry weet daarbij van zijn budgettaire nood een deugd te maken. In een tijdreisfilm kun je acteurs meerdere versies van zichzelf laten spelen. Dat werkt in Synchronicity wonderwel. Door met weinig personages te werken maakte Gentry een compacte science fiction film die toch groots aan doet in zijn visuele stijl, referenties en ideeën. Synchronicity heeft charme. Er spreekt iets oprechts uit dat maakt dat je voor de film valt. Ik althans.

Destijds was Blade Runner bij zowel publiek als critici geen groot succes. In de jaren na de release bleef de reputatie echter stijgen en inmiddels wordt Ridley Scott’s film alom als een meesterwerk gezien. Hoe de reputatie van Synchronicity zich zal ontwikkelen is de vraag. Jullie kunnen m nu in elk geval in een vroeg stadium beoordelen. Daarna is het aan de wetten van de tijd. Mits niet beïnvloed door wormholes.