Irène is een longarts bij het academische ziekenhuis van het Bretonse stadje Brest. Ze ontdekt een direct verband tussen een aantal verdachte sterfgevallen en het diabetesmedicijn Mediator. Ze gaat het gevecht aan tegen de ontwikkelaar, het farmaceutische bedrijf Laboratories Servier, om de waarheid aan het licht te brengen. Dat is de premisse van het Franse La fille de Brest, die op 13 juli in première gaat.

De farmaceutische industrie is niet echt een inspirerend onderwerp voor films. De ontwikkeling van medicijnen duurt lang en is omgeven met veel geheimzinnigheid. Als het tot een conflict komt is dat vaak juridisch en ook daarvan is het moeilijk om vuurwerk te maken. Daarom zoeken filmmakers het vaak in de excessen. De creaties van de pharmareuzen zijn dan de oorzaak van en niet de remedie tegen de chaos. De exotische namen van de virussen en vaccins in deze plots lijken de apocalyps nog dichterbij te brengen.

Resident Evil

Het einde van de mensheid

In Mission Impossible II heeft BioCyte Pharmaceuticals het Bellerophon vaccin ontwikkeld, als bestrijder van het Chimera virus. Een virus dat, zo ontdekt geheim agent Ethan Hunt (Tom Cruise), door BioCyte zelf is gemaakt om de markt voor hun vaccin te creëren. De Umbrella Corporation, producent van een paraplu aan consumentenproducten, blijkt in Resident Evil vooral een rookgordijn op te werpen voor de veel lucratievere ontwikkeling van biochemische wapens. Hun Tyrant virus maakt mensen tot zombies en als een aantal hosts uit hun lab weet te ontsnappen, is het einde van de mensheid nabij. Iets soortgelijks gebeurt in 28 Days Later en het vervolg 28 Weeks Later. Ook daarin maakt een door een pharmaceut ontwikkeld virus mensen tot zombies. In Rise of the Planet of the Apes ontwikkelt Biotechnologiebedrijf Gen-Sys drugs tegen Alzheimer die op chimpansees getest worden. Ze blijken echter ook hun intelligentie te verhogen en zijn zo de oorzaak van een machtsovername door de apen.

The Constant Gardener

Maar dat zijn allemaal nogal dystopische en daarmee ook vergezochte scenario’s. Echt gruwelijk wordt het pas als het dichtbij komt, als het echt gebeurd is of kan zijn. Zoals in La fille de Brest of in Erin Brockovich. Julia Roberts strijdt daarin tegen elektriciteitsbedrijf Pacific Gas and Electric Company dat met eigen dokters haar klanten zegt te helpen, maar vooral bezig is te verhullen dat het zelf de veroorzaker is van de vele ziektes die hen teisteren. In The Constant Gardener, een verfilming van de gelijknamige roman van John Le Carre, test het pharmaceutisch bedrijf KDH haar medicijnen op arme Kenianen, in ruil voor gratis medische zorg. Het anti-TBC medicijn Dypraxa blijkt de oorzaak van meerdere doden onder de testpopulatie, maar KDH ziet dat als een acceptabel bij-effect.

Het scenario van Le Carre is fictief maar komt wel dicht bij de werkelijkheid. Pharmareus Merck bracht in 1999 de ontstekingsremmer Vioxx op de markt, een middel dat meerdere dodelijke slachtoffers eiste voordat het vijf jaar later van de markt werd gehaald. Merck werd, veel later pas, veroordeeld tot een fikse schadevergoeding. Ook GlaxoSmithKline moest de portemonnee trekken na een rechtszaak rond diabetesmedicijn Avandia, dat ook doden tot gevolg had. Ook concurrent Pfizer kreeg een gigantische boete, maar die was voor misleidende marketing rond anti-arthritismedicijn Bextra. Dat dit middel slachtoffers had gemaakt, bleek minder relevant dan de verkeerde boodschap die Pfizer uit zond.

Zombielegers

De zaken rond Merck, GSK en Pfizer zijn zo groot en complex dat ze voor een filmmaker onbruikbaar worden. De kijker zou al lang afgehaakt zijn. De zombielegers die het gevolg zijn van pharmaceutische experimenten zijn dan toch aantrekkelijker, met af een toe een redelijk overzichtelijk antipharmaplot als La fille de Brest.

Dit stuk verscheen eerder in MacFan 131 (juli/augustus 2017)